De coronacrisis laat zien dat gedragsverandering veel kan opleveren, stellen Karlijn van den Broek en Leo van Kampenhout. De massale aanpassing lijkt het virus af te remmen. Dit kan de klimaatcrisis helpen.
tevens gepubliceerd door het AD op 21 april 2020
Individueel gedrag is allesbepalend voor het verloop van de coronacrisis, riepen ic-artsen en RIVM-virologen in koor. Nederlanders geven massaal gehoor, en het aantal nieuwe patiënten neemt hand over hand af.
Terwijl de kranten iedere dag openen met coronanieuws, vergeten we bijna dat er een andere crisis gestaag verder woedt: de klimaatcrisis. In tegenstelling tot de coronacrisis gaat deze niet over dagen of weken, zelfs niet over maanden. De klimaatcrisis speelt zich af over jaren en decennia, maar is minstens net zo gevaarlijk als corona en heeft de potentie deze te overschaduwen in aantallen slachtoffers. Nu al wordt er weer meer honger geleden in de wereld dan vroeger wegens mislukte oogsten. Beide crises vragen om inlevingsvermogen.
‘Het zal mij niet raken’, is een verleidelijke gedachte die je in beide contexten terugziet. Waar corona vraagt om inlevingsvermogen voor onze ouders, grootouders en zorgverleners, vraagt de klimaatcrisis om inlevingsvermogen voor de jongere generaties, onze kinderen en kleinkinderen. Zij zullen met de onomkeerbare gevolgen te maken krijgen wanneer wij nu geen adequate actie ondernemen. Die boodschap is helder vanuit de wetenschap. Voor beide crises geldt bovendien dat snel handelen het beste middel is om ze in te perken (flattening the curve) en individueel gedrag is hierbij in grote mate bepalend. Mensen denken vaak dat hun milieugedrag geen verschil maakt voor het klimaat, omdat zij slechts een individu zijn en hun bijdrage in het niet valt in vergelijking met de omvang van het probleem. Maar net als het coronavirus, kan milieugedrag aanstekelijk werken. Milieugedrag komt namelijk niet alleen voort uit onze eigen bezorgdheid om het klimaat, maar wordt grotendeels bepaald door sociale normen: wat men beschouwt als goed en fout, maar vooral ook wat de mensen om ons heen concreet doen voor het milieu. Mensen hebben daardoor meer invloed op hun omgeving dan ze denken. Vooral wanneer ze delen welke acties zij doen voor het milieu, en op die manier dit gedrag de norm maken.
Milieugedrag kan zich net zoals een virus als een lopend vuurtje verspreiden door een buurt, familie, vriendengroep of werkplek. Kortom, net als bij corona hebben wij burgers veel invloed op het verdere verloop van de klimaatcrisis. Corona biedt een kans om onze maatschappij anders in te gaan richten. Juist nu hebben we de kans om onze gewoontes te evalueren en te veranderen, en daarmee anderen te ‘besmetten’.
Bijvoorbeeld door de deprimerende berichtenstroom op WhatsApp en sociale media te verbreken met voorbeelden van positieve veranderingen, die bijdragen aan een betere toekomst voormens en milieu.
Karlijn van den Broek is onderzoeker milieupsychologie aan de Universiteit Utrecht. Leo van Kampenhout is promovendus en klimaatmodelleur.